Freelancen en ouderschap
Ik wilde hier eigenlijk een gloednieuwe blog schrijven, maar als je de moeite neemt om deze tien jaar oude blog te lezen (eerder verschenen als artikel in NGTV-tijdschrift de Linguaan), zul je begrijpen waarom me dat niet is gelukt!
Januari 2006, maandagochtend. Het is nog donker buiten. Zo’n ochtend dat je je het liefste nog eens omdraait. Je weet wel, nog even indommelen voor de week weer begint. Lekker in je warme bed. Fijn soezen. Niemand wil iets van je. Je bepaalt je eigen tempo. Rustig opstaan, op je gemakje douchen, tandenpoetsen, ontbijten met de ochtendkrant, kopje koffie erbij. Het ideale begin van de ochtend. Toch?
Jaaaaa, dat is verleden tijd. Met drie kleintjes – een baby van tien maanden, een peuter van net drie en een kleuter van vierenhalf – heb je geen wekker meer nodig. Begrijp me niet verkeerd, ik zou ze voor niets ter wereld willen missen, maar ik vind het soms behoorlijk zwaar.
Waarom?
Een tijdje geleden stond er in een vakblad voor vertalers een column over de voor- en nadelen van thuiswerken. Er stond een afbeelding bij van een bordje met de tekst ‘Niet storen – vooral voor huisgenoten’ of iets in die trant. Ik plakte het enthousiast op de deur van mijn werkkamer. Voor het gemak vergat ik dat mijn drie kinderen nog niet kunnen lezen, maar ik had toch het gevoel dat ik bezig was mijn territorium af te bakenen. Hard nodig, want er had er pijnlijk genoeg eens een “mam, ik moet poepen” geroepen, toen ik met een nieuwe klant aan het telefoneren was.
In een ander blad las ik dat je duidelijke afspraken moet maken met je gezin als je vanuit huis werkt. Ook dit is natuurlijk niet altijd even gemakkelijk te realiseren met van die kleine koters. Ze zijn nu eenmaal druk bezig met het ontdekken van hun eigen ik en dat loopt niet altijd synchroon met mijn wensen en behoeften. Zo zou ik bijvoorbeeld heel graag willen dat ze eens alle drie de hele nacht doorsliepen – ergo mijn man en ik ook…
Maar goed, ik moet zeggen dat ze er inmiddels aardig aan gewend zijn dat mama beneden werkt (wij hebben een drive-inwoning) en papa voor hen zorgt. Met enige regelmaat zet ik de koptelefoon op om de jungle boven mijn hoofd te laten overstemmen door de schelle trompet van Miles Davis en af en toe komt er een kindje naar beneden voor aandacht vanwege een zere vinger of om een tekening te laten zien, maar over het algemeen zijn in ieder geval de ochtenden geen probleem. Moeilijk wordt het vanaf een uur of twee, drie. De kinderen worden moe, hebben honger en willen gewoon aandacht van mama. Er gaat niets boven mama. Mama is nu eenmaal de liefste. Tot ze in de puberteit zitten, dan schijn ik van mijn voetstuk af te vallen. Heel leuk dat ze zo gek op me zijn, maar niet als ik zit te zwoegen op een moeilijke tekst waarbij ik al mijn concentratie nodig heb.
Hoe doen andere thuiswerkers dit? Een kleine rondvraag onder collega’s maakt duidelijk dat ik niet de enige ben. Een van hen overweegt om toch maar weer buitenshuis te gaan werken, een ander werkt veel ’s avonds, de derde brengt haar kroost naar een gastouder.
Persoonlijk koester ik de vroege ochtenduren. Opstaan vind ik een ramp, maar als ik om zes uur met een vers kopje thee achter mijn pc zit, is de wereld van mij! Geen dringende mailtjes, geen telefoon, geen plakkerige vingertjes op mijn bureau. Bovendien werk ik veel sneller en geconcentreerder en is een tekst waar ik normaal gesproken vier uur op zou zitten, ineens binnen twee uur gepiept.
Een werkdag van om en nabij zes uur ’s ochtends tot ongeveer negen uur ’s avonds…ik houd mezelf steeds maar voor dat het tijdelijk is. Over drie jaar zitten de kinderen allemaal op school en kan mijn man ook weer geld gaan verdienen. En ik? Ik ga dan eerst een hele week slapen!
Update september 2016
En heb ik dat toen gedaan? Heb ik die broodnodige rust toen genomen? Stom genoeg niet. Ik heb zelfs nog een kindje gekregen! Maar er is nu een belangrijk verschil: ik ben geen kostwinner meer. En mijn jongste is net vier geworden, dus….ik ga mijn mini-sabbatical alsnog nemen!
Tot volgende maand!
Geef een reactie